top of page

Vertrekken vanuit een prentenboek

Toen het project van de speelleerklas werd uitgedacht, koos ik ervoor om te starten vanuit een prentenboek. Het verhaal zorgt voor een rode draad waarin ik steeds via gerichte doelen de verschillende aspecten van het boek kan belichten.

Voor de start in Onsplek koos ik voor het boek "Koekjes" van Ted van Lieshout. Ik zag heel veel mogelijkheden in het verhaal die aansluiten bij de start van een eerste leerjaar en waar ook kleuters veel uitdaging in kunnen terugvinden.

Diederick heeft een koekjestrommel en komt verschillende personages tegen. Steeds verdwijnt er een koekje... was jij het Diederick? Oh nee, mama, niet IK!

- het verhaal is geschreven met een eindrijm, wat het voor de kinderen leuk maakt om de zinnen mee aan te vullen en zo te leren rijmen.

- het woordje "IK- ik" wordt de eerste weken aangeleerd in het eerste leerjaar: we werken in Onsplek verder aan letterherkenning, maar gaan ook op zoek naar wie ben ik in de groep? Wat vind ik (niet) leuk, kan ik al goed/nog niet goed,.... Kunnen we de juiste letters "I" en "K" kopen in de letterwinkel? Neem ze maar mee naar de lees- en schrijfhoek daar kan je dezelfde letters zoeken, naschrijven, -typen en -stempelen. Kunnen we ook de letters van onze eigen naam vinden en schrijven?

- er verdwijnt steeds een koekje en zo is er telkens eentje minder. Zo gaan we van 8 naar 0 koekjes. Bij de personages is het er net altijd eentje meer. We starten bij 8 kabouters en eindigen met 15 schoolvriendjes. Dit nodigt achteraf uit tot spelletjes rond tellen en oefenen met meer en minder.

- Er komen ook ruimtelijke begrippen aan bod in het boek die je bij verwerkingsopdrachten kan inzetten. Hier probeer ik in te zetten op de vertaling van 3D naar 2D omdat we voelen op school dat kinderen hier veel moeite bij hebben.

- Dankzij het vermeerderen en verminderen is het ook extra leuk om het verhaal zelf terug te proberen ordenen. Welke prent komt als eerste, tweede, derde,... laatste? En hoe weten jullie dat? We spelen met rangorde en proberen ook hier van 3D naar 2D te werken. We gaan zelf in de rij staan, zetten materialen in de gevraagde rangorde en proberen dit ook op papier.


(er zit achteraf ook nog een leuk zoekertje in het boek voor kinderen die graag wat verder denken... want oma zou nieuwe koekjes brengen, maar waar blijft oma nu? Weet jij het Diederick? Oh nee, mama, niet ik! Wie goed naar de laatste prent kijkt, weet waarom oma maar niet komt!)



Enkel de eerste week las ik het verhaal helemaal voor. De andere 3 weken bouwden we hierop verder door wel samen met het iets uit het verhaal te starten. Ook via de werkvorm "placemat" worden de kinderen uitgenodigd om dieper na te denken over iets van het verhaal dat daarna in het hoekenwerk verder wordt uitgewerkt. Ik zie dat de kinderen bij de start snel verbonden zijn door vanuit eenzelfde verhaal te vertrekken. Er is herkenning en vanuit dit veilige gevoel is het makkelijker om te verdiepen in het verhaal, de kennis en vaardigheden van de kinderen.








48 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2 Post
bottom of page